Stijgt antiek terug in waarde?

De laatste jaren en decennia zijn de prijzen van antiek fors gedaald, in sommige gevallen zelfs echt gekelderd. Hoe komt dat? En is er sprake van een tijdelijk dalletje – het gaat tenslotte vaak om echt prachtige, unieke en waardevolle stukken – of blijven de prijzen de bodem opzoeken?

Antiek is de voorbije decennia vaak behoorlijk fors in waarde gedaald. Maar hoe komt dat dan? In de eerste plaats wijzen sommigen naar de globalisering en de sociale media, waardoor er een soort van universele smaak is ontstaan. Wereldwijd worden mensen gebombardeerd met brochures die dezelfde interieurs promoten. Ze scrollen van hier tot in Tokio langs dezelfde Instagramplaatjes. Resultaat: iedereen droomt van dezelfde stijl.

Robuust Vlaams

En als er in die wereldwijde stijl al plaats is voor antiek, dan vooral voor de sobere Scandinavische variant: lichte meubels qua structuur en kleur, en veelal erg sober afgewerkt. Wie nog robuuste meubels uit het Vlaamse verleden heeft staan, vaak donkerbruin en met een overvloed aan kunstige tierlantijntjes, die kan het wel schudden. Daar halen we nu collectief de neus voor op. Al stemt dat sommigen ook hoopvol. Niets is immers veranderlijker dan smaak, en misschien komt het dus ooit nog wel goed met het stevigere Vlaamse meubel. Al is het nu al wel heel lang uit de gratie.

Kleiner wonen

Een tweede reden waarom het niet goed gaat met antiek, is nog minder hoopgevend, wegens structureel van aard. We zijn de laatste decennia steeds kleiner en compacter gaan wonen. En daar zijn goede redenen voor. We moeten minder kwistig omspringen met de steeds schaarser wordende grond. En vooral: we moeten zuinig zijn met energie, en dat is makkelijker in een kleine, goed geïsoleerde woning. Dat hoeft hoegenaamd geen probleem te zijn, want ook compacte huizen kunnen erg aangenaam en zelfs ruim aanvoelen. Alleen moet je er dan wel geen al te forse meubels in zetten.

Kastelen en villa’s

En daar wringt natuurlijk het schoentje. Heel wat van het mooiste antieke meubilair is namelijk nogal ruim bemeten. Vaak was het immers afkomstig herenhuizen of grote boerderijen en zelfs kastelen, waar de ruimtes groot en statig waren, en de plafonds hoog. Daar pasten grote meubels bij. In de villa’s waarin Vlaanderen tot voor kort nog grossierde, kon je zulke stukken doorgaans ook probleemloos kwijt. Maar in een moderne, compacte woning staan ze vaak als de spreekwoordelijke tang op een varken. En de kans dat we ooit weer massaal heel grote huizen gaan bouwen, lijkt zo goed als nihil.

Statement piece

Toch pakken tijdschriften regelmatig uit met de revival van antiek, en wordt de hoop gewekt dat die mooie oude stukken weer meer gewaardeerd gaan worden. Dat gebeurt deels ook wel. Net doordat we tegenwoordig met zo’n universele (wan)smaak geconfronteerd worden, verlangen velen naar iets anders, iets dat eruit springt. En dan zijn enkele antieke stukken als statement pieces ideaal. Ze hebben immers karakter en zijn uniek, heel anders dan de vaak in eindeloze series geproduceerde meubels die je in andere interieurs aantreft.

Aanpassen

Kenners merken ook op dat velen met succes antieke stukken aanpassen aan eigentijdse interieurs. Ze laten ze bijvoorbeeld lichter ogen door de verf of het vernis eraf te halen, of ze een ander kleurtje te geven. Of ze vervangen het zware ijzer- en slotenwerk door iets dat lichter oogt. Kan allemaal, zolang je het stuk maar niet onherroepelijk beschadigt. Met dergelijke microdosering kan je één enkel antiek stuk wel een mooie plaats geven in je interieur. Maar de tijd van de volledig antieke interieurs lijkt echt wel voorbij, en het ziet er niet naar uit dat die snel zal terugkeren.