Verwarmen met hout of pellets? Ja, maar …

We zoeken naarstig naar nieuwe manieren om onze woningen te verwarmen. We kijken dan in de eerste plaats naar elektrificatie, voornamelijk in de vorm van warmtepompen. Maar ook andere bronnen zullen nodig zijn om onze verwarmingsbehoeften te dekken. En dan lijkt biomassa wel mogelijkheden te bieden. Als we het tenminste slim en met mate gebruiken.

Biomassa mag dan wel een beetje een fancy term lijken, eigenlijk gebruiken we het al vele millennia om ons te verwarmen en was het heel lang de voornaamste bron van energie. Want wanneer we het hebben over biomassa, dan gaat het in feite vooral over hout. Al bestaat dat nu wel in veel meer vormen dan vroeger. Er zijn zeker nog wel de klassieke robuuste houtblokken, maar daarnaast heb je ook pellets, briketten, houtsnippers, verhakseld hout enzovoort.

CO2-neutraal en hernieuwbaar

Het grote voordeel van hout, zo zeggen voorstanders, is dat het CO2-neutraal is. Dat klopt min of meer, want een boom neemt in zijn leven evenveel CO2 op als er tijdens de verbranding weer vrijkomt. Bovendien is hout een hernieuwbare energiebron: je kunt het opnieuw laten groeien. Maar daar staat tegenover dat houtverbranding nog andere schadelijke stoffen uitstoot. In de eerste plaats is er het niet te onderschatten probleem van het fijnstof. En daarnaast is het een bron van stikstof, dat we tegenwoordig ook liever kwijt dan rijk zijn.

Open haard

Gelukkig maakt het toestel waarin je hout verbrandt wel een groot verschil uit. Het hout zomaar in de open haard gooien is in deze tijden eigenlijk niet meer verantwoord. Die haard heeft immers een rendement van 5 à 10 procent. Wat betekent dat 90 tot 95 procent van de warmte gewoon door de schouw verdwijnt. Een oude kachel doet merkelijk beter, met een rendement van 40 à 50 procent. Maar ook daar verlies je dus de helft en meer van de warmte. Een veel beter alternatief zijn moderne kachels, tegelkachels en biomassaketels.

Performant

Een nieuwe houtkachel moet sinds kort een rendement van minimaal 75 procent hebben, maar sommige halen zelfs 90 procent. Ook tegelkachels hebben doorgaans een goed rendement, tenminste als je ze stookt zoals het hoort: (relatief) kort maar fel, zodat je een heel grondige en efficiënte verbranding hebt, waarna de kachel de warmte, die is opgeslagen in zijn massa, nog urenlang afgeeft. En ook een biomassaketel, die je net als een gas- of stookolieketel gewoon op je centrale verwarming aansluit, heeft al snel een rendement van 90 procent en meer.

Fijnstof

Alles koek en ei dus, zolang je maar een modern apparaat gebruikt? Niet helemaal, want als je de luchtvervuilingsgrafieken erbij neemt, zie je het fijnstof toch vooral flink pieken bij zowat alle houtverbranders (ook al zijn er onderling grote verschillen) in vergelijking met andere verwarmingsbronnen, inclusief gas en stookolie. En ook al zijn er wel methodes om dat fijnstof zoveel mogelijk op te vangen, bijvoorbeeld in de schouw, dan nog lijkt hout niet zo aangewezen als hoofdverwarming.

Schoon hout

Als bijverwarming dan maar? Dat kan best handig zijn, zeker om gezellig voort te kachelen als de elektriciteit voor langere tijd zou uitvallen. Maar dan is het nog maar de vraag of de investering in een modern en performant houtverbrandingssysteem loont, als je het maar heel af en toe aansteekt. En bovendien moet je het dan ook nog op de juiste manier gebruiken: met voldoende gedroogd hout (anders verlaagt je rendement en verhoogt je uitstoot) of met gecertificeerde, lokale pellets, zodat je zeker weet dat je geen verre oerwouden aan het opstoken bent, maar zuiver afvalhout van om de hoek.

Biomassacentrale

De beste manier om biomassa te gebruiken, zijn wellicht de grote biomassacentrales die bijvoorbeeld een warmtenet voeden. Zulke systemen kunnen dan onder andere draaien op (schoon) afvalhout of gemeentelijk snoeihout, ze kunnen een erg hoog rendement halen en ook performantere filters installeren dan kleinere particuliere installaties. Op die manier kan biomassa wel een bijdrage leveren aan een gezonde energiemix, maar anderzijds: dé oplossing voor het energievraagstuk groeit wellicht niet aan de bomen.