Zin en onzin over een koel huis in de zomer

Lekker warm buiten? Maandenlang hoop je erop. En als het dan zo ver is, besef je dat het binnenshuis veel leuker is als het koel blijft. Over de koeling van woningen doen heel wat ideeën de ronde, maar kloppen ze ook? Wij scheiden zin en onzin met deze vijf stellingen.

1. “Een airco is de enige effectieve manier om je huis koel te houden.”

Een airco helpt natuurlijk om de temperatuur een flink aantal graden te verlagen, maar het is zeker niet de enige en ook niet altijd de meest efficiënte optie. Je kan de gevoelstemperatuur ook verlagen met een ventilator. Of beter nog: je kan ervoor zorgen dat de zon en de warmte het huis niet binnenkomen door te werken met buitenzonwering. Gebruik de koelte van de nacht om je huis af te koelen, maar sluit ramen en deuren (en eventuele doekzonwering, rolluiken of zonneluifels) als het buiten warmer wordt dan binnen. Zo hou je je woning aangenaam koel, ook zonder airco.

2. “Het is slimmer om je hele huis te koelen dan maar één kamer.”

Moet het echt overal in huis even koel zijn? Het kost veel energie om je hele huis te koelen tot 20° C als het buiten tien graden warmer is. Dan kies je er beter voor om de ruimte waarin je de meeste tijd doorbrengt te koelen: de leefkamer, of misschien je slaapkamer. Zet daar een ventilator of een draagbare airco, hou deuren en ramen zo veel mogelijk dicht als het buiten warm is. En verspil geen energie aan het koelen van ruimtes waarin dat minder belangrijk is.

3. “Goede isolatie helpt om je huis koel te houden.”

Een goede isolatie helpt in de winter de warmte binnen te houden, zodat je minder energie nodig hebt om de woning te verwarmen. In de zomer helpt isolatie om de warmte buiten te houden. Isoleer in de eerste plaats je dak, minstens volgens de geldende norm. Isoleer eventueel ook je muren en vervang indien nodig je ramen door hoogrendementsglas. Zo lang de energieprijzen relatief hoog zijn – en dat zien we niet meteen veranderen – is het slim om te investeren in isolatie. Zo bekom je een huis dat aangenaam koel is in de zomer, zelfs zonder airco. (En warm in de winter, met minder verwarmingskosten: je wint dus altijd).

4. “De warmte die sommige apparaten afgeven, zorgt voor extra verhitting”

Je smartphonelader, de decoder, de router van het internet, de oven, halogeenlampen … stuk voor stuk geven ze een beetje tot zeer veel warmte af. Stuk voor stuk zijn het extra warmtebronnen die je huis net weer een tikje warmer maken. Zet ze uit wanneer mogelijk of gebruik ze minder tijdens de heetste uren van de dag of het jaar. Vervang die ovenschotel ’s zomers door een fris slaatje. Zet je tv en decoder niet op standby maar schakel ze volledig uit op dagen dat je liever een terrasje doet dan voor het scherm te zitten. En vervang je halogeenlampen door zuinig LED-licht. Die geven bijna geen warmte af en verbruiken veel minder energie.

5. “Gordijnen houden de zonnewarmte tegen”

We hebben niets tegen gordijnen, wel integendeel (en al evenmin tegen jaloezieën). Gordijnen houden zonlicht tegen, ze geven je privacy en zorgen voor gezelligheid. Ze hebben ook een akoestische functie omdat ze geluid helpen absorberen. Maar als wapen tegen hete zon schiet binnenraamdecoratie te kort. Jaloezieën en (rol)gordijnen verhinderen immers niet dat de zonnewarmte door het vensterglas dringt en het interieur opwarmt. Ze kunnen ook voor verminderde ventilatie zorgen. Met luifels, zonneschermen of doekzonwering hou je het zonlicht en de warmte wél tegen voor ze het raam bereikt. Zo verminder je de opwarming van de binnenruimte. En bovendien kan je nog steeds naar buiten kijken.