Alles wat je moet weten over CO2-meters en luchtverversing

Wie vandaag een winkel, restaurant of vergaderzaal binnenstapt, hoeft meestal niet ver te zoeken naar een CO2-meter. Wat vertellen ze je precies? Hoe verontrust moet je zijn bij ‘slechte’ waarden en wat kun je daaraan doen? En heb je er zelf thuis ook eentje nodig?

Een CO2-meter zegt onrechtstreeks, maar helder hoe het met de luchtverversing in een ruimte gesteld is. Of ietwat onsmakelijker uitgedrukt: hoeveel van de lucht die je er inademt, werd eerder door jou of iemand anders uitgeademd. Goed om te weten wanneer er een virus de ronde doet dat zich via de lucht verspreidt. Experts in luchtkwaliteit verwachten en hopen dat het vandaag alomtegenwoordige toestel nooit van het toneel zal verdwijnen.

Binnenluchtkwaliteit

De CO2-meter wijst namelijk rechtstreeks op een al te vaak genegeerde bedreiging van onze luchtkwaliteit: een te hoog CO2-gehalte dus. Dat is allesbehalve een recent fenomeen en doet zich voor in kantoren, scholen, openbare ruimten en ook thuis. Volgens studies blijken we meestal beter op de hoogte van de gevaren voor kwaliteit van de buitenlucht, dan die binnenshuis. Een blinde vlek dus en zo’n CO2-meter kan daarvan op alvast een element licht werpen. Tenminste: als je het goed aanpakt.

De CO2 in CO2-meter

We gaan je hier niet vervelen met chemische formules en technische procedés. Wat je weten moet, is dat sensoren de CO2-meter toelaten om het aantal CO2-deeltjes in de lucht te tellen. Dat aantal drukt de meter dan uit in een cijfer, meestal gevolgd door ‘ppm’. Dat staat voor ‘parts per million’ oftewel het aantal CO2-deeltjes per miljoen luchtdeeltjes. Als het goed is, ligt dat cijfer lager dan 1.000. Sommige meters gebruiken de universele kleurcode: groen, oranje en rood.

In de buitenlucht lees je van een CO2-meter iets meer dan 400 ppm af. In een goed geventileerde binnenruimte met een aantal mensen erin is dat 400 tot 1.000 ppm. Tussen 1.000 en 2.000 ppm spreken we van een slechte luchtkwaliteit, die bij enkelen al lichte slaperigheid en hoofdpijn kan opwekken. Van 2.000 tot 5.000 ppm (en hoger is helaas geen uitzondering) kunnen de klachten zich uitbreiden tot aandachts- en concentratiestoornissen, een verhoogde hartslag, misselijkheid, …

CO2-meten is weten

Reden genoeg dus om die CO2-meter ook los van de hele coronacrisis te omarmen als een betrouwbare partner in ons streven naar een gezonder binnenklimaat. Want eenmaal geconfronteerd met een onaangenaam tot potentieel schadelijk CO2-gehalte kun je daar iets aan doen. Relatief makkelijk en meestal nog gratis ook. Het sleutelwoord is ‘ventileren’. Vaak volstaat het om de ruimte in kwestie te verluchten. Zet een buitenraam of deur open en je ziet de ppm-waarde op je CO2-meter onmiddellijk dalen. Zo simpel kan het zijn.

Of misschien toch iets minder simpel dan we doen uitschijnen. Want een deur of raam openzetten in de hete of koude weken van het jaar is al minder evident of energie-efficiënt. Straatlawaai durft ook nog wel eens tegenwerken. En je nieuwe luchtreiniger dan? Tja, die haalt wel microscopisch kleine vuildeeltjes, pollen en soms zelfs chemicaliën uit je binnenlucht, maar zwijgt in alle talen over CO2-waarde. Airco’s zijn meestal ook geen oplossing, tenzij ze je woninglucht continu inruilen voor CO2-arme buitenlucht.

Het ene oranje is het andere niet

Goed, je bent overtuigd van het belang van zo’n meter in huis. Kies dan niet voor het goedkoopste model. Te veel (online) verdelers proberen vandaag geld uit de ventilatiehype te slaan met wegwerpplastic, budgetelektro en zelfs zelfgeschreven recensies. “Er is veel rommel in omloop”, schreef De Standaard onlangs nog. In datzelfde stuk raadde Marianne Stranger van VITO een CO2-meter aan die is uitgerust met een duurdere NDIR-sensor.

Kies je voor zo’n meter die met kleurcodes werkt, controleer dan voor welke ppm-zone elke kleur precies staat. Ook de plaats van de meter is van belang. Op een tafel waar enthousiast gediscussieerd wordt, geeft die wellicht een misleidend hoge CO2-waarde aan. Op een vensterbank waar het raam op een kier staat, krijg je een omgekeerd fout resultaat. Ten slotte, focus je niet obsessief op je CO2-meter. Laat je er niet door tiranniseren. Dat die af en toe rood kleurt, is nagenoeg onvermijdelijk.