Licht wonen: zo kies je de juiste verlichting in huis

We onderschatten het weleens, maar behalve meubels en decoratie bepaalt ook verlichting de sfeer in onze woonruimtes. Even op voorhand nadenken over hoe je de ruimtes gaat verlichten, kost niet zoveel moeite en kan een wereld van verschil maken.

Veel mensen beginnen al te zuchten bij het woord verlichtingsplan. Begrijpelijk, want als je een woning gaat bouwen, verbouwen of (her)inrichten, is er meestal zo veel te doen dat je ook daar niet nog eens over wil nadenken. Verlichting, dat is toch gewoon wat lichtpunten hangen en lampen verspreid over de ruimte neerzetten? Klopt, maar als je heel even de tijd neemt om er goed over na te denken, kun je er veel méér mee bereiken en een aantal foute keuzes vermijden.

Woonruimte

De plek bij uitstek om extra aandacht te besteden aan verlichting, is natuurlijk de woonruimte, omdat we daar het vaakst en het langst verblijven. In die ruimte plan je het best een combinatie van functionele verlichting en meer gedempte sfeerverlichting. We gebruiken onze living immers voor verschillende functies: we ontspannen er niet alleen voor tv, op tablet of smartphone of met een stapel leesvoer, we eten er, werken er steeds vaker, zitten er te gamen, muziek te spelen, te aperitieven, noem maar op.

Spots

Voor elk van die functies heb je aangepaste verlichting nodig: om te lezen heb je bijvoorbeeld veel licht nodig, tv-kijken doe je misschien liever bij een schemerlampje. Om verlichting doordacht aan te brengen in de woonruimte, zijn er dus best wel wat aandachtspunten. Spots hang je bijvoorbeeld beter niet centraal in de living, maar aan de randen. Hang ze ook niet recht boven de sofa of de televisie, want zo creëer je een soort lichtgordijneffect.

Dimmen, maat!

Sfeer- of accentverlichting kun je dan weer creëren met wandlampen, staande lampen of tafellampen. Hou daarbij rekening met de kleur van de muur: bij een donkere muur heb je een sterkere lamp nodig om hetzelfde effect te bereiken als bij een lichte muur. Maar dé tip voor de woonruimte is: zorg voor dimbaar licht. Op die manier hoef je niet voor aparte functionele en sfeerverlichting te zorgen, en houd je het sober. Tijdens het werken of het eten draai je de verlichting wat hoger, om ze weer te dimmen als je je knus in de sofa installeert voor je favoriete programma.

Functioneel

Ook de grootte van een plafondlamp is van belang. De regel is simpel: hoe groter de ruimte, hoe groter de lamp. Met een te kleine lamp riskeer je immers dat je maar een deel van de ruimte fatsoenlijk verlicht. Al kan dat natuurlijk ook net de bedoeling zijn: dat bijvoorbeeld de eettafel goed verlicht is zonder dat daarom de hele ruimte errond baadt in het licht. Een goede en felle plafondlamp was (en is nog vaak) de regel in de keuken en badkamer, omdat daar de nood aan een goede functionele verlichting natuurlijk groot is.

Sfeerlicht

Maar ook deze ruimtes zijn gebaat bij sfeerlicht. De keuken is immers vaak een volwaardig deel van de woonruimte, en als het werk er klaar is, willen we ook daar een gezelliger, gedempter licht. Net zo in de badkamer: als we net uit bed komen, of vlak voor het slapengaan, is zachter licht zeker zo prettig. Net als bijvoorbeeld tijdens een ontspannende douche of bad. Het kan daarom een goed idee zijn om in de keuken of badkamer alleen die zone fel te verlichten waar het nodig is: in de keuken boven het werkblad, en in de badkamer aan de spiegel. Zorg dus voor meerdere lichtzones en dus meerdere schakelaars.

Slaap zacht

Zacht sfeerlicht is ten slotte ook essentieel in de slaapkamer. Want dat is natuurlijk de ruimte bij uitstek om tot rust te komen. En daar hoort een zachte, geborgen sfeer bij. Een dimbaar licht is ook hier handig: wat feller om te lezen, heel zacht wanneer je bijvoorbeeld ’s nachts even naar het toilet moet. Al kan een schemerlamp met een apart gericht leeslichtje nog knusser zijn. Helemaal geen felle, functionele verlichting in de slaapkamer dan? Toch wel, maar dan vooral gefocust op de kleerkast. Want anders zou de uitspraak ‘ik vond echt niks om aan te doen’ zomaar eens de waarheid kunnen worden.