Zonneboiler of fotovoltaïsche cellen: beide zijn een goed idee

De energieprijzen blijven de pan uit swingen. De enige energieleverancier die je geen maandelijkse factuur stuurt, is de zon. Maar hoe vang je zonne-energie het best op? En wat is het interessantst: fotovoltaïsche panelen of een zonneboiler? En hoe zit dat nu met die terugdraaiende teller?

Ondanks het wegvallen van een aantal (soms al te genereuze) premies en het afschaffen van de terugdraaiende teller, blijft zonne-energie een prima, rendabele investering. Zeker nu er geen rem meer lijkt staan op de stijgende energieprijzen en verandering vooralsnog niet in zicht lijkt. Maar hoe kies je uit de verschillende systemen om met de zon energie op te wekken? En hoe zit dat met terugdraaiende tellers, digitale meters en andere prosumententarieven? Een korte handleiding voor wie door het bos de bomen niet meer ziet.

Zonne-energie oogsten

Er zijn grosso modo twee manieren om energie van de zon te ‘oogsten’. De eerste is de klassieke en meest gebruikte manier: panelen met fotovoltaïsche cellen op je dak die elektriciteit opwekken. Als we het hebben over zonne-energie, gaat het meestal daarover. Maar daarnaast heb je nog de zonneboilers, die geen elektriciteit produceren, maar warm water. De panelen op het dak bevatten geen fotovoltaïsche cellen, maar zijn zonnecollectoren: ze warmen een vloeistof op die zijn warmte afgeeft aan water dat wordt opgeslagen in een voorraadvat en dat je kunt gebruiken in badkamer en keuken.

Fotovoltaïsche cellen

De lucratiefste vorm van zonne-energie zijn de fotovoltaïsche panelen. Wie er wil laten installeren, let best op een aantal zaken. De oriëntatie van je dak, uiteraard: zuid is ideaal, zuidwest en zuidoost zijn ook goed. De helling van je dak is tussen 15 en 45 graden (een plat dak kan ook, maar vergt een andere installatie), het is in goede staat, en er valt geen of weinig schaduw op. Ga ook niet meteen voor de goedkoopste installatie: een duurdere heeft vaak een hoger rendement en/of langere levensduur, en meestal ook betere garantievoorwaarden.

Terugverdientijd

Wat is dan de terugverdientijd van zo’n installatie? Dat is moeilijk te zeggen, omdat het afhangt van veel factoren: de prijs van je installatie, het vermogen, de premies die lokaal verschillen, hoeveel elektriciteit je zelf verbruikt, … Daarnaast bepaalt natuurlijk ook de marktprijs van elektriciteit de terugverdientijd: hoe hoger die is, hoe rendabeler een eigen installatie wordt. De btw op zonnepanelen is sinds kort (tijdelijk) voor alle woningen, jong en oud, wel gelijkgetrokken naar zes procent. Gemiddeld neemt men aan dat een installatie zich in ongeveer acht jaar terugverdient.

Terugdraaiende teller

Wat nu met die veelbesproken afschaffing van de ‘terugdraaiende teller’? Tot voor kort konden eigenaars van zonnepanelen het elektriciteitsnet gebruiken als batterij: ze zetten elektriciteit op het net als ze niet thuis waren en haalden die er daarna weer af. Op bepaalde momenten draaide hun teller dus effectief terug. Omdat ze het net intensief gebruikten, tegelijkertijd als consumenten en als producenten, betaalden ze een ‘prosumententarief’. Een systeem dat mooi in evenwicht is, zo lijkt het, maar in de praktijk liep er een en ander mank.

Digitale meter

Het systeem was namelijk erg voordelig voor eigenaars van zonnepanelen: ze zetten overdag een hoeveelheid stroom op het net, wanneer die overvloedig en erg goedkoop was, en namen die er vaak ’s avonds op een duur en schaars piekmoment weer af. Voor de netbeheerder allesbehalve een ideale situatie. En dus kwam er de digitale meter, die de productie en consumptie apart meet. Wat veel minder lucratief is, omdat je weinig krijgt voor productie (soms niets) en veel betaalt voor consumptie. Voor sommige eigenaars van zonnepanelen geldt er wel nog een tijdelijk uitdoofscenario.

Goede investering

Desondanks blijft het installeren van zonnepanelen een goede investering. In de eerste plaats omdat zonnepanelen tegenwoordig veel goedkoper zijn geworden en elektriciteit net duur is, en het dus interessanter wordt die zelf op te wekken. En ook omdat je eigen elektriciteit opslaan in thuisbatterijen nu wordt aangemoedigd met een premie. Op die manier kun je veel meer zelf opgewekte energie gebruiken: tot tachtig procent zelfverbruik, tegenover zo’n dertig procent zonder batterij.

Zonneboiler

Een systeem waarbij je wel honderd procent van de geoogste energie zelf gebruikt, is de zonneboiler. Die is immers niet gekoppeld aan het net, want alle warmte wordt opgeslagen in water dat je zelf gebruikt. Een zestal maanden per jaar heb je geen naverwarming nodig. Een eenvoudig en efficiënt systeem dus. Alleen, doordat warm water maar een deel van ons energieverbruik uitmaakt, is de terugverdientijd doorgaans ook wat langer: tussen acht en twintig jaar. Ook hier weer is een en ander natuurlijk sterk afhankelijk van de marktprijzen van energie en van (lokale) premies die je eventueel kunt krijgen.